SV | Toen zeide Izebel, zijn huisvrouw, tot hem: Zoudt gij nu het koninkrijk over Israel regeren? Sta op, eet brood, en uw hart zij vrolijk; ik zal u den wijngaard van Naboth, den Jizreeliet, geven. |
WLC | וַתֹּ֤אמֶר אֵלָיו֙ אִיזֶ֣בֶל אִשְׁתֹּ֔ו אַתָּ֕ה עַתָּ֛ה תַּעֲשֶׂ֥ה מְלוּכָ֖ה עַל־יִשְׂרָאֵ֑ל ק֤וּם אֱכָל־לֶ֙חֶם֙ וְיִטַ֣ב לִבֶּ֔ךָ אֲנִי֙ אֶתֵּ֣ן לְךָ֔ אֶת־כֶּ֖רֶם נָבֹ֥ות הַיִּזְרְעֵאלִֽי׃ |
Trans. | watō’mer ’ēlāyw ’îzeḇel ’išətwō ’atâ ‘atâ ta‘ăśeh məlûḵâ ‘al-yiśərā’ēl qûm ’ĕḵāl-leḥem wəyiṭaḇ libeḵā ’ănî ’etēn ləḵā ’eṯ-kerem nāḇwōṯ hayyizərə‘ē’lî: |
Toen zeide Izebel, zijn huisvrouw, tot hem: Zoudt gij nu het koninkrijk over Israël regeren? Sta op, eet brood, en uw hart zij vrolijk; ik zal u den wijngaard van Naboth, den Jizreeliet, geven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Izebel, zijn huisvrouw, tot hem: Zoudt gij nu het koninkrijk over Israël regeren? Sta op, eet brood, en uw hart zij vrolijk; ik zal u den wijngaard van Naboth, den Jizreeliet, geven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!